De brownsebeweging

De Schot Brown nam met zijn microscoop waar dat kleine deeltjes in plantensap grillige bewegingen uitvoerden. Het verschijnsel is later pas verklaard. De kleine deeltjes ondervonden botsingen met vloeistofmoleculen. In een korte tijd botsten er meer moleculen aan een kant tegen een deeltje dan aan de andere kant. Als van een voorwerp de snelheid en de richting bekend zijn, kan men berekenen dat het voorwerp in t seconden van punt A naar punt B gaat. Dit voorwerp ondervindt botsingen met zwaartekrachtdeeltjes, waardoor de snelheid en de richting veranderen. Het voorwerp is na t seconden in de omgeving van punt B. Bij een groot voorwerp is deze afwijking niet waarneembaar. Wel bij een zeer klein deeltje, zoals een electron. Voor een onzekerheidsrelatie van Heisenberg geldt: delta tijd maal delta energie is groter of gelijk aan h. Als er een verband is tussen de hypothese en de onzekerheidsrelaties van Heisenberg, dan kan men proberen om de massa van een zwaartekrachtdeeltje met de constante van Planck te vinden.